Wat een (watersport)week!

Wat een (watersport)week!

Robinson Crusoe. Eén voorschoot groot, midden in de Loosdrechtse Plassen. Net groot genoeg voor een paviljoen met boothuis. Afgesloten van de buitenwereld, alleen bereikbaar over het water met een klein pontje of per (motor)bootje. Het eiland is van maandag 12 tot vrijdag 16 juni de thuishaven van 17 revalidanten en 6 begeleiders. Voor het eerst sinds de oprichting van de watersportweek ging ook een geestelijk verzorger mee. Nota bene eentje die niet echt van water houdt. 

Ons onderkomen is netjes, maar er is geen luxe. Het is een huis om in te kamperen. Zonder privacy, want een simpele optelsom leert ons meteen dat er meer mensen zijn dan kamers. Achteraf kan ik alleen maar zeggen dat het delen van een kamer met drie onbekende personen een verrijking is. Je leert rekening houden met elkaar, krijgt andere kansen om elkaar te helpen én moet vrede nemen met de rustige of juist luidruchtige ademhaling van je buren. Ik had de indruk dat alles op onze kamer best verliep, zolang ik zelf maar als laatste ging slapen.

Romantiek
Elk dagdeel konden de revalidanten onder leiding van ervaren zeil-, roei- en kano-instructeurs een wateractiviteit kiezen. De eerste ochtend mocht ik een duokano delen met medepassagier Harrie. Ik weet niet wie hem ‘t meest kneep: Harrie die voorin zat, weinig evenwicht had en aan mijn vaarkunst was uitgeleverd, of ik die kost wat kost mijn ‘lading’ veilig moest vervoeren,ondanks een gebrek aan techniek en kanobeheersing. Dankzij de coaching van de instructeur verliep de tocht vlekkeloos. Maar ik kan niet zeggen dat ik heb genoten. Dat was tijdens een volgende tocht wel het geval. Met meer evenwicht en ervaring op zak kreeg ik oog voor de prachtige natuur, kon ik luisteren naar de karekiet in het ruisend riet en zag ik de ochtendzon die de nevel deed optrekken boven het water. De wereld op zijn mooist.

Stil
Vele uren hebben we gevaren. We leerden de kleine golfjes te lezen om de windrichting te bepalen. We leerden ons te oriënteren op de grote plas. Eén avond blijft speciaal in mijn herinnering. We zeilden terug naar huis, maar dat was niet eenvoudig. De wind stond strak tegen en omdat we geen ervaren zeilers waren, wisten we daar geen raad mee. De instructeur liet ons aanvankelijk begaan maar hielp ons ten slotte toch om een weg te zoeken. Met veel inzet, keren en wenden naderden we de thuishaven, uiteindelijk geholpen door dezelfde tegenwind. Hoe symbolisch: want wie kent in zijn leven geen tegenwind. Maar dat betekent niet, zo benadrukte de schipper tijdens onze tocht, dat we ons doel niet kunnen bereiken. Wij werden er stil van.

Godsgeschenk
Ik zou nog meer kunnen vertellen over die bijzondere week aan het begin van de zomer: over de supermaaltijden, de avonden waarop we gezellig bij elkaar zaten, de discoavond, over waterskiën op een surfplank en over goede gesprekken. In amper één week werden wij kameraden. Eigenlijk zou elke revalidant én elke behandelaar eens mee moeten kunnen op watersportweek.

Jan

 

Terug naar het overzicht